Bewoners in de Hilvarenbeekse bossen halen up- en downloadsnelheden waarvan ze aan de Amsterdamse grachtengordel enkel kunnen dromen. Ook op het Twentse platteland kunnen 20.000 bewoners zich vanaf deze zomer inschrijven voor een glasvezelverbinding. Razendsnel internet is niet alleen leuk om Netflix, Spotify of je nieuwste game te streamen, maar gewoonweg noodzakelijk als alternatief voor de wegvallende basisvoorzieningen in dunbevolkte gebieden.
De een na de andere plattelandsbus verdwijnt, de apotheker zit allang niet meer op de hoek van de straat en jongeren trekken massaal naar de stad. Al jaren worden plattelandsgebieden bestempeld als krimpgebieden. Om dit tij te keren is het belangrijk om te investeren in toekomstbestendige basisinfrastructuur zodat bewoners en bedrijven de verhuisplannen kunnen annuleren en blijven profiteren van de voordelen van het platteland zoals ruimte, vrijheid en de lage kosten.
Met betrouwbare communicatiemiddelen kunnen zelfstandigen aan huis hun bedrijf opzetten, boeren eindelijk investeren in hypermoderne melkinstallaties, tuinders hun exportmogelijkheden verder ontwikkelen en bedrijven op goedkope industrieterreinen vestigen die zich vaak in buitengebieden bevinden. Ook bewoners profiteren volop mee. Hulp op afstand, persoonsbeveiliging en ontwikkelingen zoals eHealth. In de praktijk blijken deze maatschappelijke voordelen van een snelle internetverbinding specifiek voor buitengebieden erg belangrijk, omdat er relatief veel ouderen wonen. Niet voor niets pleitte de voormalige Europees Commissaris Neelie Kroes in de uitgebrachte Digitale Agenda tot 2020 er voor dat 100 procent van de EU-burgers in 2020 toegang zou hebben tot breedband internet van 30 Mbps of meer.
Ondanks alle economische en maatschappelijke voordelen is supersnel internet in uitgestrekte buitengebieden nog lang geen vanzelfsprekendheid. Tot voor kort was het te kostbaar om de dure glasvezelkabel van huis tot huis aan te leggen. Met name door de grote afstanden tussen de huizen, maar ook door dure graaftechnieken en politieke prioriteiten.
Toch bewijst men in de bossen van Hilvarenbeek en op het platteland van Twente dat het kan. In deze gebieden hebben wij zeer intensief samengewerkt met bewonerscollectieven, gemeentes en andere lokale partijen om de uitrol van glasvezel mogelijk te maken. Afhankelijk van de situatie kan de samenwerking en de financiering op verschillende manieren georganiseerd worden, zodat het beter past bij de wens van lokale bewoners en bedrijven.
Er zijn wel een aantal belangrijke verschillen ten opzichte van de lokale aanpak van Fiber To The Home (FTTH)-uitrol binnen de bebouwde kom, zoals ook in het Rapport ‘Next Generation Access voor heel Groningen’ van de Rijksuniversiteit Groningen wordt gesteld. Een groter dekkingsgebied in het buitengebied heeft bijvoorbeeld een grotere kans van slagen. Meer aansluitingen betekent schaalvoordelen in kosten, inkoop en het beheren van de administratie. Schaalgrootte is eveneens van belang voor de gemiddelde aanlegprijs per huishouden. Daarnaast moeten voldoende dienstenaanbieders worden aangetrokken die voldoende klanten kunnen interesseren om een abonnement af te nemen.
Opschalen in een vroeg stadium is daarom essentieel voor een succesvolle uitrol in buitengebieden. En meestal komt het daarbij neer op twee cruciale factoren: kan er voldoende vraagbundeling worden georganiseerd en is de investering voor aanleg en onderhoud haalbaar. Doordat de investering in de praktijk te hoog blijkt, blijft ook de vraagbundeling achter. Dat is jammer. Want snel internet is net zo cruciaal als gas, water en licht. Het is een basisvoorziening geworden waar bewoners en bedrijven niet meer zonder kunnen. En niet meer willen. Daarom willen wij alle buitengebieden in Nederland hierbij ondersteunen. Niet alleen financieel, maar ook in kennis en ervaring. Samen kunnen we het platteland een zeer strategische voorsprong geven ten opzicht van steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, waar ze voor snel internet toch echt op vakantie moeten naar Hilvarenbeek.
Joost Goderie, Senior Managing Partner bij Communication Infrastructure Fund
